Bij ziekte of arbeidsongeschiktheid krijgt u, bovenop de uitkering conform artikel 629 Burgerlijk Wetboek Boek 7,  gedurende het eerste jaar een aanvulling tot 100% en het tweede jaar tot 70% van het laatstverdiende jaarinkomen.

Voor de berekening van uw jaarinkomen worden structurele inkomensverhogingen zoals vastgelegd in artikel 6.7 in acht genomen.

U kunt ook in het tweede ziektejaar in aanmerking komen voor een inkomensaanvulling tot maximaal 100% van uw jaarinkomen. Deze aanvulling wordt toegekend, indien en voor zover u overeenkomstig het re-integratieplan:

  1. weer aan het werk gaat; en/of
  2. een omscholingstraject volgt.
  3. re-integratieactiviteiten verricht in overleg met de bedrijfsarts. Ook als dat inhoudt dat u in overleg met de bedrijfsarts tijdelijk geen activiteiten verricht.


U krijgt ook aanvulling tot 100% als re-integratie door de aard van uw ziekte niet meer te verwachten is. De bedrijfsarts beslist of hiervan sprake is.

U kunt nooit meer aan inkomen ontvangen dan bij volledige arbeidsgeschiktheid.

Als u bij indiensttreding opzettelijk onjuiste of onvolledige inlichtingen over uw gezondheidstoestand heeft verstrekt – voor zover relevant voor de functievervulling – kunt u geen aanspraak maken op de in dit artikel bedoelde bovenwettelijke uitkeringen.